Dag 15 - Richting Noord-Macedonië

Na het ontbijt, buiten, langs het stroompje dat we hier morgen overal in Tushemisht  zullen ontdekken, te midden van de oude Albanezen, die hier - nu het nog niet te warm is - hun ochtendwandelingetje doen.

Het klooster van Sveti Naum



Vandaag voert een voettocht ons over de Noord-Macedonische grens. De grenscontrole verloopt heel vlot en via een camping - we lachen nog met een stel dat met de auto, vlak voor de grensovergang, bij een ijzeren poortje kijken of het open is. Smokkelaars, duidelijk. Maar niks van… - Via een camping dus, geraken we bij het orthodoxe klooster van Sveti Naum. Het is duidelijk dat de Noord-Macedoniërs de taal van het geld beter hebben begrepen. Het kerkje annex pelgrimsoord is een kermisattractie geworden. Met bijbehorende camping én boulevard met kitschkraampjes. Het kerkje zelf is heel stemmig en ook de tuin bevalt ons wel.

In het park errond doen we nog een rondgang langs maar liefst 4 andere kleine kerkjes. Eentje ervan is bijzonder met nog wat bijgebouwtjes - een vroeger klooster - waar nu een andere (of niet) bestemming aan is gegeven voor religieuzen (of niet) die op zoek zijn naar wat contemplatie (of niet).


Een ander staat boven op een bron. Water uit het meer van Prespa komt hier boven de grond om zijn weg naar het meer van Ohrid te zoeken.

Niet zo heel erg duidelijk allemaal, maar vroeger wel een plek die - nu hoor je het constante geroezemoes van de toeristen - adembenemend rustig moet zijn geweest.

Lin (the empire strikes back)

In de namiddag gaan we terug naar Lin. Korte weg deze keer. De opgravingen stellen weinig voor maar we stappen over de rots tot helemaal aan het einde van het schiereiland. Toch wat eng, vind ik. Heel hard moet het hier niet waaien.

- ’t Is hier! En Jan zwaait driftig. Hoxha noch zijn aanhangers, noch de klikspanen hebben mensen er kunnen van weerhouden hun godsdienst te beleven. De weeïge geur van kaarsen hangt hier in deze paddenstoelbunker. Een paar geplastificeerde prenten van heiligen en een hippieachtige Jezusfiguur.

Het kan je lachspieren aanwakkeren, het kan je meewarig je schouders doen ophalen om zoveel kitsch en (bij)geloof, het kan je tot spot drijven. Mij doet het stilstaan bij de gedachte dat mensen de Hoxhaterreur en -zottigheid hebben doorstaan en overleefd net dankzij deze “verzetsdaad”. Geloof is opium voor het volk, volgens het communisme. Ik denk dat deze bunker het tegendeel bewijst. 

’s Avonds eten we belushkë, de kleinere en nog veel lekkerder zalmachtige, in 1 van de tien beste eettenten van Pogradec. De ober is zeer in zijn nopjes met onze keuze. Want het overgrote deel van de toeristen is toch van Albanese afkomst. En dan krijg je zowaar niet-Albanezen die niet voor de Italiaanse keuken - ook steeds op de kaart - kiezen. Het doet hem met iets lichtere tred naar de keuken stappen. Er hangt weer een raki van het huis in de lucht ...

Reacties

Populaire posts van deze blog

Dag 1 - op naar Albanië

Prelude - De generaal van het dode leger - Ismail Kadare